Een paar tips:
Door te kiezen voor voedingsmiddelen met minder calorieën val je af. Maar daarom mag je wel lekker blijven eten! Zomerfruit als aardbeien, nectarines en meloen maken je niet dik en stillen je behoefte in zoet eten.
Door te ontbijten, breng je je verbranding na de nachtrust weer op gang. Als je je ontbijt overslaat, heb je eerder kans op ‘graasgedrag’ later op de dag. Kies bijvoorbeeld voor een ontbijt met veel vezels, vitamines en mineralen. Fruit, volkorenbrood of yoghurt met muesli zijn goede voorbeelden.
Eet volkorenpasta, volkorenbrood en zilvervliesrijst. Dit vult meer en je eet er daardoor minder van. Bovendien bevatten deze producten veel B-vitamines.
Neem voldoende fruit en groente. Groente en fruit zijn heerlijk bij het ontbijt, bij de lunch en bij het diner, maar zeker ook goede tussendoortjes, rijk aan bijv. foliumzuur, bètacaroteen en vitamine C. Weet je dat ruim een derde van de volwassen vrouwen niet voldoende foliumzuur met de voeding binnenkrijgt? Foliumzuur is nodig bij de aanmaak van rode bloedcellen en bij de vorming van het DNA.
Dus neem tijdens de lunch gerust ook sla of komkommer tussen de boterhammen voor een fris zomergevoel.
Of zorg voor bijv. paprika, komkommer, worteltjes al gewassen (en gesneden) in bakjes in de koelkast.
Mocht je dan toch willen snaaien, dan liggen de gezonde snacks hapklaar op je te wachten!